Kruiden
Hoewel we de avond voordien laat waren aangekomen in Kandy, zat er vandaag geen uitrusten bij. De dag begon met een tripje naar een kruidentuin. Hierbij had ik me voorgesteld dat we door een grote botanische tuin zouden lopen maar dan met allemaal verschillende kruiden erin. Dat was dus fout gedacht. Het was geen grote botanische tuin, het was een klein tuintje met één pad dat er doorheen loopt. Naast het pad staan er verschillende bosjes planten die telkens tot eenzelfde soort horen.
Voordat we binnen mochten in de tuin werd ons een gids toegewezen. Hij noemde zichzelf een ‘kruidendokter’. Nu is het inderdaad wel zo dat in heel veel kleinere dorpjes in Sri Lanka geen dokters zijn (of ze zijn veel te duur) dus gaan mensen voor hun kwaaltjes naar zo’n kruidendokter. Hij wist ons dan ook alles te vertellen over planten die zorgen dat puisten weggaan, tabletjes die je doen afvallen zonder dat je je dieet moet veranderen, een creme die zorgt dat je haar beter groeit en je nooit kaal zal worden. Een medicijn tegen reuma, tegen rugpijn… Noem maar op en hij heeft er wel iets tegen.
De kruidentuin was er dus hoofdzakelijk om te tonen welke planten er allemaal in deze medicatie terecht komen. Het zijn ook gewoon voorbeelden, je kan van vijf plantjes niet de hoeveelheid medicatie maken die zijn in hun winkeltje hadden staan natuurlijk. Iets verderop, op de heuvel, hadden ze een domein van enkele hectaren groot waar ze hun kruiden kweken.
Nadat hij zijn uitleg had gegeven en ons een korte massage had gegeven (ik heb nog steeds geen idee waarom we die kregen) werden we subtiel naar de winkel geleid waar we alles konden kopen dat hij eerder had vermeld. Als flinke toeristen hebben we dan maar een aantal spulletjes meegepakt.
Hout
Na de kruidentuin gingen we door naar een atelier waar ze hout snijden. Eerst leek het nogal kleinschalig, een aantal mensen die hout aan het snijden waren en een paar beeldjes hier en daar. Maar niet veel later kwamen we in de winkel terecht, die echt wel gigantisch was! Rijen en rijen houten beeldjes in alle vormen en maten. Gaande van kleine Boeddha’s tot levensechte baby-olifanten. Mijn ouders hebben sowieso al een zwak voor houten beelden en natuurlijk konden ze het niet laten om ook hier een beeld mee te nemen. Na een beetje onderhandelen over de prijs kregen ze een mooi prijsje en was het beeld ingepakt en klaar om mee te nemen.
Eten met de handen
Nadat we weer enkele roepie’s lichter waren gemaakt was het tijd om Kandy onveilig te maken. We hadden aan Sarath, onze gids, gevraagd om ons in de stad af te zetten. Zo konden we op zoek gaan naar een plaats om te lunchen en de stad een beetje te verkennen. Kandy was vooral heel erg druk en chaotisch met heel veel kleine winkeltjes die allemaal hetzelfde leken te verkopen voor dezelfde prijs. Hoe dat rendabel is weet ik ook niet…
Anyway, het begon ondertussen al wat later te worden dus was het tijd om iets te gaan eten. Natuurlijk zijn we geëindigd in een lokaal restaurant waar we allemaal curry hebben besteld. Hier heb ik mijn familie ook met hun handen leren eten, wat ze duidelijk toch wel amusant vonden. Misschien iets om thuis ook eens in te voeren?!
Na het eten was het tijd om die curry’s weer te verbranden en was het plan om naar het hotel te wandelen. Alleen: het hotel lag boven op een berg, en de weg was een stevige klim van zo’n 40 minuten. Net voordat we naar boven wilden lopen begon het stevig te regenen. We zijn gaan schuilen in een markt binnen in een hal. Op die manier bleven we een beetje droog en konden we ook kennis maken met hoe de markten in Kandy eruit zien. Toch een heel stuk anders dan de markt in Negombo… Om te beginnen was het al een stuk drukker en verkochten ze er veel meer verschillende dingen, niet enkel vis en groenten en fruit. Hier stonden ook een hele hoop kraampjes met kruiden en rommel. Tegen dat het stopte met regenen was het tijd om naar het hotel te wandelen. Gelukkig bleven we nu wel droog, dat was wel zo fijn. Anders hadden we ons met ons vijven (Monia was al in het hotel) in een tuktuk moeten wringen, dat lukt wel, maar is ook niet het toppunt van comfort…
Goud, zilver en juwelen
Nieuwe dag, nieuwe dingen om te ontdekken. De eerste stop voor vandaag: de juwelier. Het was een juwelier waar ze de stenen ook volledig zelf slijpen en in juwelen zetten. Natuurlijk kregen we eerst een kleine uitleg over hoe de mijnen hier in Sri Lanka werken (alles is nogal heel erg primitief, met de hand en ook een beetje bijgeloof). Hierna was het tijd voor een korte rondleiding door het atelier (en eerlijk, heel veel viel hier niet te zien) en de laatste stop was natuurlijk de shop zelf. Daar lagen echt een hele hoop juwelen bij elkaar, gaande van ongelofelijk lelijk tot toch wel heel mooi en een klein uurtje later was mama weer twee ringen rijker (en papa een aantal euro’s armer)… Vrouwen en juwelen, het blijft toch altijd een gevaarlijke combinatie ;).
De bloemen en de vleermuizen
Volgende stop: de botanische tuin. Dit is wel een van de meer indrukwekkende botanische tuinen die ik mijn leven al gezien heb. Alleen al de omvang ervan is indrukwekkend. We hebben daar toch zeker anderhalf uur rondgelopen en we hadden net iets meer dan de helft van de tuin gezien. De tuin is nog door de Engelsen aangelegd in het begin van de 19de eeuw. En ze heeft momenteel nog steeds ongeveer dezelfde vorm en dezelfde planten. Al worden er natuurlijk wel elk jaar nieuwe planten bijgezet en wordt alles onderhouden door de 5000 mensen die daar werken. Jep, 5000 mensen… Dat is veel, maar aangezien zij alles met de hand doen (dus geen kettingzagen, haagtrimmers enzo) duurt alles ook wel net ietsjes langer.
Ze hadden een hele mooie serre met alle mogelijke vormen en maten en kleuren orchideeën. Toch een plekje om eventjes te blijven hangen, om de een of andere reden blijven orchideeën mij altijd intrigeren. Vlak bij het gebouwtje met de orchideeën staat er een serre met cactussen. Cactussen zijn ook altijd heel leuk, maar vielen hier toch een beetje tegen moet ik bekennen.
En dan was het tijd voor de vleermuizen. We zagen ze het eerst in de boom zitten: een hele boom gevuld met gigantisch Flying Fox vleermuizen. En niet veel later vonden we er ook nog eentje op de grond die overleden was. Pas als je zo’n beest van dichtbij ziet, beseft je hoe groot een spanwijdte van 1 meter is. Best wel indrukwekkend!
Een tand
En de botanische tuin was nog niet het einde van de dag. Het hoogtepunt (volgens onze gids) moest nog komen: de Tempel van de Tand. In deze tempel wordt een tand van Boeddha bewaard. Deze Tand heeft al een hele lange tijd overleefd. De Tand is vanuit India naar Sri Lanka gebracht als een cadeau voor de koning van die tijd. Degene die de Tand in bezit heeft, is ook de persoon die heerst over het volk van Sri Lanka. Zelfs als dit een arm boerenmeisje van negen jaar zou zijn. Er zijn dus een heel aantal (kleine) oorlogen gevoerd om de Tand te kunnen bezitten. Totdat de Spanjaarden opdoken en de Tand stolen van de Singalezen. Ze hebben de tand in de zee gegooid om er vanaf te zijn. Helaas werkte dit niet en een tijdje later lag de Tand plots op een berg in Sri Lanka te wachten om terug gevonden te worden. (Doet me precies een beetje denken aan de Ring uit Lord of the Rings…) Nu wordt de Tand veilig bewaard in de tempel in Kandy.
Eén keer per jaar wordt de Tand uit de tempel gehaald voor een optocht en een ceremonie om te bidden voor genoeg regen voor dat jaar zodat er genoeg eten kan groeien op de velden en er geen honger moet zijn. Dit doen ze omdat de Tand, wanneer deze uit de tempel gehaald wordt, ervoor zorgt dat het meteen begint te regenen.
Een drummende oude man
En we waren nog niet klaar om ons bedje in te kruipen, eerst stond nog een voorstelling van de traditionele dansen in Sri Lanka op ons te wachten. We werden, samen met een hele hoop andere toeristen, in een zaaltje geduwd en niet veel later begon het dansen. Dat was allemaal wel chique om te zien, al is er toch wel één man die er echt wel bovenuit stak.
Er was namelijk een oude man die meedeed. Hij stond meer op de achtergrond en danste niet, maar bespeelde de trommel (ik weet niet hoe het instrument juist noemt). En hij zag er echt uit alsof hij elk moment kon gaan liggen om nooit meer recht te staan. Al verbeterde zijn toestand wel meer met de minuut en tegen het einde van de show deed hij zelfs een hele solo! Hij kreeg dan ook wel het grootste applaus van iedereen had ik zo het gevoel :p.
Tijd om Kandy te verlaten
Ondertussen hadden we Kandy onveilig genoeg gemaakt en werd het tijd om hier te vertrekken. Wat op zich wel heel jammer was, want ik vond het een hele leuke stad (en we hadden een heel mooi hotel). Als backpacker zou ik hier nog een nachtje of twee extra zijn gebleven. Helaas zat ik nu vast aan een schema en ging dat dus niet. Al waren er in de volgende dagen ook een hele hoop leuke dingen te doen, dus zo erg was het nu ook weer niet.
We zitten hier mooi in de bergen en als er door die bergen een mooie rivier loopt met de nodige stroomversnellingen betekent dat natuurlijk dat er de mogelijkheid is om te raften! Ik had dat nog nooit gedaan, dus ik heb mijn kans gegrepen en ben ervoor gegaan. En ik heb er dan ook absoluut geen spijt van gehad, het was echt een hele toffe ervaring. De rivier was niet een van de wildste, we zijn niet gekapseisd maar we zijn we goed nat geworden. Heel jammer dat ze nu een dam aan het bouwen zijn waardoor deze rivier er over een jaar of twee niet meer gaat zijn. Of toch niet in de vorm dat ze er nu is. En nog erger voor de mensen die leven van het raften, zij zullen op zoek moeten gaan naar een andere job of een andere manier om te overleven. Elektriciteit uit waterkracht is heel mooi, maar het heeft ook duidelijk zijn nadelen.
Thee thee thee
Na het raften was het tijd om door te rijden naar onze eindbestemming van vandaag: Nuwara Eliya. Al ging dat niet in één rit, er was nog een stop gepland op een theeplantage. Het was een uur of vier rijden tot we bij deze theeplantage waren, maar dat was vier uur door de bergen rijden (altijd leuk als je nogal snel wagenziek wordt). En die bergen waren allemaal volgepland met theeplanten. Ik kan dat nu wel vertellen, maar dat is echt bizar veel thee! Al besef je pas goed hoe veel dat is als je er echt doorheen rijdt. Plus, al deze thee wordt nog met de hand geplukt, dus om de zoveel tijd zie je enkele vrouwen op een helling van een berg staan met manden op hun rug om de theeblaadjes te plukken.
Na een viertal uur geen enkel stuk rechte weg te hebben gehad, kwamen we aan op de theeplantage. Daar kregen we eerst een rondleiding door de fabriek waar de theebladeren worden gedroogd. De gids die we hiervoor kregen was echt slecht. Hij rammelde alles maar wat af, keek heel de tijd op zijn horloge, was ook totaal niet enthousiast… Dus er zat niets anders op dan hem maar een hele kleine fooi te geven. Daar was hij duidelijk niet blij mee want hij keek ons ongelofelijk boos aan. We hebben het dan maar aan Sarath gezegd en hij heeft even een babbeltje gedaan met de gids van de theeplantage. Hopelijk doet hij de volgende keer wel zijn best!
Na de rondleiding kregen we nog een kopje thee (echt heel fancy servies!) en hebben we er een stukje chocoladetaart bij besteld. En die taart was verrassend lekker! En ook hier hadden ze een winkeltje met thee, en zoals mama gaat voor de juwelen, gaat papa voor de thee! Dus niet veel later kwam papa terug met een zak met een heel aantal dozen thee erin.
Tegen dat we daar vertrokken begon de zon al onder te gaan en was het tijd om naar het hotel te gaan. En na alle geweldige hotels die we al hadden gehad viel dit toch wel een beetje tegen… Het was er heel erg donker, de kamers roken niet al te goed en het eten was ook niet echt iets om over naar huis te schrijven. Goed dat we hier maar één nachtje blijven slapen, en het zou een korte nacht worden. De volgende dag stonden de Horton Plains op het programma en daarvoor moesten we rond 5u opstaan… Ik kijk er al naar uit!