Na de hike over het vulkanische landschap van gisteren begon de vraag te rijzen of iets mij nog meer zou kunnen verwonderen. Het antwoord: ja, maar niet meer op deze hike. Al wil ik daar wel niet mee zeggen dat de laatste twee dagen niet indrukwekkend en magnifiek waren, maar in vergelijking met gisteren was het net iets minder intens.
Dag 3: Oturere Campsite – Waihohonu Campsite (8,42km)
Vandaag zou het een korte wandeling worden. Achteraf gezien had ik perfect verder kunnen wandelen en de volgende campsite kunnen overslaan, maar alles was al geboekt en betaald. Het is nogal zonde om zomaar 20 NZ$ weg te smijten… Plus, op deze manier zou ik een dagje extra kunnen doorbrengen in dit onwaarschijnlijke landschap.
Want hoe je het ook draait of keert, wat de geologische geschiedenis van deze plaats ook mag zijn, het heeft gezorgd voor een buitenaards landschap! Het is moeilijk te beschrijven (gelukkig heb ik een hele hoop foto’s!) maar als je je het een beetje wilt inbeelden: pak een foto van het maanlandschap. Verwijder de gigantische kraters, maak het een beetje bruiner en plaats een paar lange grassen hier en daar. En voila, je bent in Nieuw-Zeeland! Was niet zo moeilijk he. En dan nu een fotootje om het toch nog net iets levendiger te maken.
Het eerste anderhalf uur was continu wandelen door dit landschap. Misschien dat je nu denkt ‘wordt dat niet een beetje saai na een tijdje, hoe geweldig dit landschap in het begin ook wel niet mag zijn?’. Neen hoor, absoluut niet. Het is geen vlak landschap, er zijn een hele hoop heuvels en groeven die gevormd zijn door de lava en de vulkanen en door rivieren. Over die heuvels en door die dalen met je ook heen wandelen. Eén stuk hier was een hele mooie uitdaging: een afdaling van een dikke 50 meter die lekker steil was met een hoop losliggende stenen. Dat is allemaal leuk en wel om overheen te wandelen, maar als je nog eens een backpack van zo’n 15kg op je rug hebt wordt het toch net iets meer een uitdaging om je evenwicht te bewaren en niet uit te glijden. Gelukkig heb ik het tot een goed einde gebracht tot de vloer van de rivierbedding. En naar beneden gaan is altijd leuk, maar in de meeste gevallen betekent dat ook wel dat je terug omhoog moet ook! De klim omhoog was gelukkig wel iets minder steil, maar had een hele hoop meer losse stenen. Het was alsof je een berg kiezelstenen aan het beklimmen was. Ook deze uitdaging heb ik overwonnen zonder te vallen (wel heel eventjes van het pad afgedwaald toen ik niet aan het opletten was).
Nu nog een stuk redelijk vlak en dan plots… een bos! GROEN! BOMEN! Dat had ik al een dikke twee dagen niet meer gezien! Toch wel raar hoe snel je aan een bepaald landschap kan wennen en dat iets als een alledaags bos dan meteen vreemd lijkt. Maar terug vogeltjes horen fluiten en de wind door de bomen horen blazen is zeer geruststellend. Plus bomen betekenen bescherming van de zon! Ik heb al eerder gezegd dat de zon in Nieuw-Zeeland een heel stuk sterker is dan in België, maar zo een hele dag in de zon lopen is intens! Je kan nog zo veel zonnecrème (factor 50+ natuurlijk) opsmeren als je wilt, de kans dat je zal verbranden (zelfs ik, die ik België zo goed als nooit verbrand) is zeker niet onbestaande. Dus eventjes wat schaduw was heel aangenaam. En zeker omdat dit bos op de hoogste heuvel voor vandaag groeit.
Dankzij de schaduw van de bomen kwam ik niet drijfnat van het zweet aan op de top van de heuvel. Al heb ik toch een mooie pauze genomen daar om eventjes van het uitzicht te genieten. En oh, daar onderaan kan ik zelfs de hut al zien! Het einde van de wandeling van vandaag is dus in zicht! En het was nog niet eens middag. Na een rustige afdaling vond ik de plaats waar ik mijn tentje kon opzetten en heb ik me buiten gezet.
In de hut was, zoals meestal, informatie te vinden over de omgeving en blijkbaar staat de oudste (nog recht staande) backcountry hut van Nieuw-Zeeland niet veel verderop. De originele Waihohonu Hut. Aangezien het toch nog zo vroeg was besloot ik een klein wandelingetje te maken tot daar om die hut eens te gaan bekijken. Het beste aan zo’n wandeling om de omgeving rond de campsite/hut te verkennen? Je moet je backpack niet meesleuren! Iedereen die al eens met een zware tas heeft rondgelopen, zelfs al was het maar voor een half uurtje, weet hoe goed het aanvoelt om dan zonder die zware last rond te lopen. Het voelt bijna aan als vliegen!
Na een klein kwartiertje wandelen vond ik de hut (niet zo heel moeilijk, ze is mooi rood geverfd en dat valt toch wel een beetje op in een groen bos). Allereerste indruk? Een heel stuk kleiner dan ik had verwacht! Al is dit ook wel logisch, de hut was niet gebouwd om hetzelfde aantal mensen in te laten slapen als nu, 117 jaar later. Jep, deze hut was gebouwd in 1904! Voorheen was er op deze plek een camping voor reizigers die via de Whanganui rivier via Tongariro en Taupo naar Rotorua reisden. Doordat deze reis steeds populairder werd, werd er besloten om een echte hut te bouwen. En voila, enkele jaren later stond de originele Waihohonu Hut er! Als je een gedetailleerder verhaal van de geschiedenis van de hut wilt hebben zal je toch naar hier moeten komen om het zelf te ontdekken… Of heel lief aan mij vragen ;).
Er was niet enkel een hut te zien hier, maar ook een bron: de Ohinepango Springs. Dit is de bron van de Ohinepango rivier die eigenlijk ontstaat door water dat door de bergen gefilterd wordt en aan de voet van de bergen boven de grond uit komt. En ik heb al een hele hoop helder water gezien hier, maar dit was waarschijnlijk het helderste water tot nu toe! Al is dat geen verrassing aangezien dit water door een hele hoop gesteenten gefilterd werd voordat het hier boven de grond komt!
En wat doe je dan met de rest van de dag? Je leest een beetje, je maakt eten, en je babbelt een beetje met de andere hikers die ook in de hut/op de campsite zitten. En zo gaat de tijd rustig voorbij en rond 20u kruip je je bedje/tent in en niet veel later ga je slapen. Echt spannend is het niet, maar het is wel de grootste aantrekkingskracht aan hikes (voor mij toch), naast natuurlijk de mooie landschappen en de fysieke inspanningen die je doet om iets te bereiken. Het feit dat je volledig afgesloten bent van de hectische werkelijkheid en alles even terug helemaal naar niets brengt geeft heel veel voldoening. En het doet je alle luxe (warme douche, gsm, tv, internet…) toch een heel stuk meer appreciëren wanneer je terug in deze hectische wereld terecht komt. Vooral die eerste warme douche, niets kan daar tegen op!
Dag 4: Waihohonu Campsite – Whakapapa Village (16,87 km)
De laatste dag! Helaas, maar ook wel weer goed nieuws. Want het weerbericht voor vandaag ziet er niet bepaald vrolijk uit. Het zou regenen. En veel. En heel de dag. Maar ja, wat doe je eraan? Je trekt je regenjas en je regenbroek aan, je trekt je hoes over je backpack en je begint te wandelen. Uitstellen helpt toch niet als het heel de dag door regent.
En op zich heb ik niets tegen in de regen wandelen, soms is het zelfs aangenaam omdat het lekker fris is in tegen stelling tot in de zon lopen een hele dag. Vooral als het je laatste dag van de hike is, dan maakt het niet echt uit of alles nat wordt of niet. Als het regent tijdens de eerste dag en alles is meteen al nat, dan is het niet gemakkelijk om dat droog te krijgen tegen de volgende dag. En dan moet je vertrekken met natte kleren en schoenen… Niet aangenaam. Maar als het dus je laatste dag is, maakt het totaal niet uit. Hopelijk heb je een setje propere kleren op het eindpunt van de hike liggen zodat je snel van kleren kan veranderen en dan stap je de auto in en rij je naar huis naar die lekker warme douche. En alles in je backpack dat nat is heeft alle tijd om te drogen tegen dat je aan de volgende hike begint.
Maar ik ben aan het afdwalen. Waar was ik ook alweer? Ahja, de laatste dag van de hike en het begint te regenen. En ik had zo’n 16 km af te leggen, wat meestal toch vier uur in beslag neemt. Wel, ik heb doorgestapt! Uiteindelijk bleek het iets meer dan 16 km te zijn en heb ik er 3 uur en 50 minuten over gedaan. Niet slecht! Al betekent dat dan wel weer dat ik minder op het landschap heb kunnen letten. Niet dat er zo heel veel te zien viel, de wind blies de regen recht in mijn gezicht. Dus de grond heb ik wel heel goed kunnen bestuderen! En vaak was er ook nog eens een dikke mist waardoor je niet meer zag dan enkele meters voor je. Gelukkig ben ik niet verdwaalt (het pad is vrij duidelijk) en ik ben gewoon door blijven wandelen.
Ondanks dat ik mijn regenjas en een regenbroek aan had, was ik nog steeds doorweekt geraakt. Al kunnen een paar lekkere frietjes in Whakapapa Village en een setje drogen kleren dat allemaal verleden tijd maken! En na een ritje terug naar Auckland en een warme douche was alles weer helemaal in orde en was ik helemaal klaar voor de volgende hike (al hadden mijn voeten wel net iets meer tijd nodig denk ik).