Natuurlijk is Wellington nog maar halfweg naar het zuidelijke puntje van het Zuidereiland. Maar ik zit nog op het Noordereiland… En de enige manier om naar het Zuidereiland te gaan én mijn auto mee te nemen is met de ferry!
De ferry
Ik had de ferry al eens eerder genomen. En omdat het tegen het einde van de zomervakantie loopt voor Nieuw-Zeeland rond eind januari, was de ferry vaak volboekt. Gelukkig hadden ze nog een plekje op een avondferry. Dus geen geweldige uitzichten voor mij, maar wel een zonsondergang en daarna een volledig donkere tocht op de boot. Toch wel eens iets anders!
En ik had gepland om met mijn familie te bellen op de boot, ik had toch niets beter te doen. En dat ging eigenlijk redelijk goed, totdat we Marlborough Sound binnen vaarden en het signaal geblokkeerd werd door de bergen. Helaas, dan maar wat Netflix kijken. Rond middernacht kwamen we aan in Picton en nadat ik mijn hostel gevonden had ben ik mijn bedje in gekropen om toch nog een beetje te slapen voordat ik de volgende dag verder zou rijden tot Christchurch.
Christchurch
De rit van Picton naar Christchurch duurt zo’n 4.5 uur en is op zich niet al te saai. Ik volgde Highway 1 langs de kust, de kortste weg. Je kan ook kiezen om via het binnenland, via Nelson Lakes te rijden, wat een heel stuk interessanter is, maar dat zou anderhalf uur extra betekenen. Ik besloot deze weg te nemen als ik terug richting Picton rij.
Christchurch is een stad waar ik nooit mijn weg echt heel goed ga weten denk ik. Zeker niet om met de auto rond te rijden, te voet valt het nog wel mee. Deze stad is nog erger dan Leuven met eenrichtingsstraten en afgesloten wegen… Gelukkig is de stad zelf wel aangenaam. Deze keer had ik een ander hostel geboekt dan vorige keer om een iets nieuws te proberen. Oh boy, dat had ik beter niet gedaan… Ik was terecht gekomen in het meest sketchy hostel van Nieuw-Zeeland denk ik.
Toen ik aankwam was er absoluut niemand te bekennen. Ook geen nummer dat ik kon bellen om iemand te bereiken of andere gasten die mij konden helpen. Na een tiental minuten wachten zag ik plots iemand en heeft die mij gelukkig naar mijn kamer kunnen brengen. De kamer zelf was wel oké en nadat ik alles uitgepakt had, besloot ik rond gaan wandelen in Christchurch. Toen ik terug kwam was er al wat meer leven in het hostel. Dus ik ben vol goede hoop in de keuken gaan zitten in de hoop iemand tof te vinden om mee te babbelen. Niet veel later kwamen er enkele mannen binnen, volledig dronken, ook al was het nog maar 6 PM. Die besloot ik maar te negeren. De volgende mensen die binnen kwamen gingen allemaal zo ver mogelijk van elkaar zitten met koptelefoons op en deden hun eigen ding. Uiteindelijk kwamen er twee mensen binnen die wel een praatje wilde maken. En ik heb wel wat gelachen met hun, totdat nummer drie bij ons kwam zitten. Ik weet nog steeds niet wat er mis was met hem, maar hij bleef mij maar vragen of ik drugs verkocht en als ik neen zei wilde hij dat niet aanvaarden. Ik kreeg geen goede vibe van hem. Op een bepaald moment was het genoeg en ben ik naar mijn kamer gegaan om hem te ontsnappen, ik voelde me gewoonweg niet meer veilig bij hem. Ook al had ik dit hostel geboekt voor twee nachten, ik wilde hier niet nog een avond doorbrengen dus ben de dag nadien op zoek gegaan naar een ander hostel.
De botanische tuin en het museum
Aangezien ik morgen verder zou rijden naar Dunedin en Tia, de vriendin die een stukje met mij meegereisd was vanaf het Noordereiland, in Christchurch zou blijven, besloten we nog een dagje samen rond te hangen. En met een stralende zomerse dag was er geen betere plek dan in de botanische tuin! En die tuin is absoluut gigantisch! Zeker als je weet dat het in het midden van de stad ligt. We hebben er meer dan twee uur rond gelopen en hebben nog lang niet alles gezien! Al kan dat misschien ook wel liggen aan het feit dat we net iets te lang bij de rozentuin zijn blijven hangen… (ze hebben daar een aantal impressionante rozenplanten!)
Vlak naast de botanische tuin is er een museum. Niet zo groot al het Te Papa museum in Wellington, maar toch groot genoeg om een uur of twee rond te wandelen. En het beste gedeelte? Ze hadden een tentoonstelling met de beste dieren- en natuurfoto’s van 2020. Er zaten echt een aantal ongelofelijk mooie pareltjes tussen!
Dunedin
Dunedin is zo’n beetje dé studentenstad van Nieuw-Zeeland. Alleen dat is al reden genoeg om hier een bezoekje te brengen. Al is het nog steeds januari en de universiteit start pas begin maart… Dus je kan je wel voorstellen dat het zeer leeg en stil was in Dunedin (ooit al eens op een weekend doorheen een studentenstad in België gelopen?!) Maar desalniettemin een aangename stad! Al was het maar omdat dit de meest ‘Europese’ stad is die ik tot nu toe heb gezien. Oudere gebouwen, meerdere verdiepingen, oude herenhuizen… Ik voelde me helemaal thuis!
Maar ik bleef hier niet lang, ik had mezelf voorgenomen om terug te komen eind februari. Dan zouden de studenten terug in de stad zijn en zou ik hopelijk een avondje uit kunnen gaan! Plus ik had tickets gekocht voor een concert van Netsky (je weet wel, de Belgische dj) dus dat ging sowieso al top worden!
Bluff
Vanuit Dunedin was het niet zo heel ver meer naar Bluff, slechts drie uur rijden. En dat was met een tussenstop in Invercargill om nog enkele laatste dingen te kopen voor mijn hike op Stewart Island. Bluff is enkel bekend omdat het het eindpunt is van State Highway 1, de snelweg die helemaal van hier tot Cape Reinga, het noordelijkste stuk op het Noordereiland loopt. Mocht je deze weg volledig volgen, heb je zo’n 2.087 km af te leggen en een ferry te nemen. Toch niet slecht zou ik zo zeggen!
Natuurlijk wilde ik doorrijden tot het eindpunt van State Highway 1, waar een wegwijzer staat, net zoals op Cape Reinga. Al zijn hier de afstanden natuurlijk net iets anders. Je bent een heel stuk dichter bij de Zuidpool en een stuk verder van België, Tokyo en de evenaar. Dit leek me meteen ook een tof moment om eens te checken hoe ver het is tot thuis, net zoals ik gedaan had op Cape Reinga. In Cape Reinga was ik 17.926 km verwijderd van waar ik in België woonde. En nu was ik 18.716 km verwijderd. Veel verder zou ik echt niet geraken… (En ja, ik heb het opgezocht, de eilanden die nog verder weg zijn, zijn de Antipodes Islands. Die liggen enkele honderden kilometers meer naar het westen van Bluff. Maar dit zijn eilanden waar je niet zomaar naartoe kan gaan, dus ik zal me tevreden moeten stellen met deze afstand voor nu).
Op dit eindpunt van de snelweg ligt ook de helft van een kunstwerk: Dit kunstwerk stelt een gigantische ketting voor die het Zuidereiland met Stewart Island verbindt. Dit komt voort uit de legende van hoe Nieuw-Zeeland is ontstaan. Maui (je weet wel, de Maōri halfgod die ook in de Disney film Moana een rol speelt) had vier broers die wilden gaan vissen. En zoals dat bij broers gaat, Maui mocht niet mee. Hij vond er niets beter op dan zich in de kano te verstoppen todat ze zo ver weg waren van thuis en het te laat was om nog terug te keren. Zijn broers konden niets anders doen dat het accepteren en hem mee te laten vissen.
Niet veel later nadat hij zijn vislijn uitgeworpen had, voelde hij dat hij beet had. En het was een grote vangst! Hij vroeg zijn broers om te helpen de vangst binnen te halen. Maar hij had geen vis gevangen. Neen, het bleek een eiland te zijn dat hij naar boven aan het vissen was! Ze hadden Te Ika a Māui (Māui’s vis) gevangen. En dat eiland staat vandaag de dag beter bekend als het Noordereiland van Nieuw-Zeeland. Voordat Māui tijd had om Tangaroa (de god van de zee) te bedanken, hadden zijn broers al grote stukken uit het eiland gekerfd en zo alle valleien en bergen en meren gevormd.
Het Zuidereiland heet Te Waka a Māui (Māui’s kano) en zou de kano zijn van waaruit de vijf broers het Noordereiland naar de oppervlakte hadden gevist. Rakiura/Stewart Island of Te Punga a Māui (Māui’s anker punt) was het anker waarmee de vijf broers dat kano hadden vastgelegd aan de zeebodem. Vandaar het kunstwerk van de metalen ketting die begint in Bluff en een tweede deel heeft op Rakiura/Stewart Island.
Rakiura/Stewart Island
Nieuw-Zeeland bestaat niet enkel uit de twee ‘hoofdeilanden’, maar heeft daarnaast nog zo’n 700 kleinere eilandjes die ook tot Nieuw-Zeeland behoren. En één van die eilanden is Stewart Island, of Rakiura, de Maōri naam. De vertaling van Rakiura is Schitterende Hemel. En als je naar de hemel kijkt in de nacht zie je perfect waarom voor deze naam gekozen is! Al moet je wel geluk hebben dat het niet beworkt is, wat het hier meestal is…
Er zijn twee opties om tot Rakiura te geraken: de ferry of het vliegtuig. Ik koos voor de ferry, omdat die ietsjes goedkoper is en de reis over de Foveaux Strait wel een mooie uitdaging is. Ik zal Forveaux Strait proberen te beschrijven: op een goede dag is deze zeestraat even woelig als een stormachtige dag aan de Belgische kust. Op een slechte dag wil je hier echt niet overheen varen. Maar weinig schepen gaan de uitdaging aan om via deze zeestraat te varen, ze gaan liever volledig rond het Zuidereiland omdat dat veiliger is. Je kan je dus wel voorstellen dat er een hele hoop mensen gestorven zijn in een poging dit stukje zee over te steken. Want het is ‘slechts’ 30 kilometer dat je moet afleggen.
Gelukkig had ik een redelijk goede dag en was de zee niet al te erg. Al was het nog steeds een serieuze uitdaging om recht te staan en rond te lopen op de ferry. En ik wilde wel eventjes rondlopen toen er aan de andere kant van de ferry een walvis te zien was en er albatrossen rondvlogen buiten (iedereen weet wel dat die vogels groot zijn. Als je ze dan plots in het echt ziet rondvliegen besef je pas hoe absord groot ze eigenlijk wel niet zijn!) En tegen het einde van de rit begon ik het toch wel een beetje te voelen in mijn maag en ben ik maar naar buiten gegaan voor een beetje frisse lucht. Natuurlijk hield ik mezelf stevig vast aan de reling om niet overboord te vallen! En niet veel later vaarden we de lagune in en werd het water aangenaam rustig en kon ik voor het eerst Rakiura van dichtbij zien. Het zag ernaar uit dat dit een ongelofelijk mooi eiland is en ik keek meer en meer uit naar de hike die ik hier ging doen, het North West Circuit. Maar daarover meer in de volgende post!